Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
De bergeend is een typische modderaar. Deze gansachtige eenden zoeken hun voedsel het liefst in slikkige, open gebieden: het Waddengebied en estuaria van rivieren zijn favoriet. Wroetend door de slikkige toplaag zoeken ze naar slakjes, (wad)pieren, insecten en andere eetbare bodembewoners. De bergeend komt de laatste decennia steeds meer voor in het binnenland, waar ze vooral langs de rivieren, maar ook op akkers, aangetroffen kunnen worden.
Bergeenden komen voor in een brede band (tussen 40 en 60 graden noorderbreedte) van Ierland tot in West-China. In Europa broeden vooral in het Verenigd Koninkrijk, Zweden en in Nederland veel bergeenden. In juli vertrekt bijna de hele populatie bergeenden van Nederland, Engeland en Duitsland naar de Bocht van Helgoland. De jonge vogels blijven achter en worden in crèches opgevangen door een paar achterblijvende volwassen eenden.
Duinen, intergetijdenzone, kust, oevers, wad, gorzen en slikken.
Open gebieden met moddervlakten, slikken en wadden vormen het ideale foerageergebied. Gebroed wordt voornamelijk in holen. In het duingebied zijn konijnenholen favoriet. Helaas neemt het aantal konijnen in de duinen sterk af, en daarmee de beschikbaarheid van geschikte broedplaatsen. Er vindt enige omschakeling plaats naar broeden in een dichte vegetatie.
Worden meestal in paartjes gezien.
Westelijk naar Engeland en Ierland en zuidwaards naar Frankrijk.
Nederland, Ierland, Engeland en Frankrijk.
Door koloniseren van gebieden in het binnenland zijn de aantallen van de bergeend de laatste decennia licht toegenomen. In de duinen namen de aantallen -waarschijnlijk door afname van het aantal konijnen- echter enigszins af.
Het aantal bergeenden is sinds de jaren '70 licht toegenomen. Dit komt vooral doordat gebieden in het binnenland gekoloniseerd zijn. Er is een groot verschil tussen het aantal paren dat een territorium heeft (11.000), en het aantal paren dat ook daadwerkelijk tot broeden komt (5.000 - 8.000).
Jaarvogel. Vrij talrijke broedvogel; doortrekker en wintervogel in (vrij) groot aantal.
Shelduck , Tadorna tadorna
Anseriformes
Eenden (Anatidae)
Variabel, meestal vanaf begin mei - juni.
8 - 15, soms meer (vrouwtjes leggen soms eieren in elkaars nest)
1
Bloedrood. Mannetjes hebben in de broedtijd een rode knobbel op de snavelbasis.
Relatief lang, met zwemvliezen.
Het verenkleed van de bergeend is onmiskenbaar. De donkergroene kop, bloedrode snavel, kastanjebruine brede halsband en donkergroene / zwarte handpennen maken de bergeend al op grote afstand herkenbaar.
Slakjes, geleedpotigen en wormen.
© Copyright 2022 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com