Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
De fuut is een opvallende verschijning in vogelland. Niet alleen vanwege het prachtige verenkleed, de jongen-met-zebrastrepen, de prachtige baltsrituelen of andere interessante gedragingen. Futen zijn vogels die profiteren van de eutrofiëring van wateren en dat is bijzonder; de meeste ander diersoorten kunnen daar niet tegen. Futen zijn sterk gebonden aan zoete wateren in vooral de lage delen van Nederland, al komen ze ook buiten dit gebied regelmatig voor.
Futen komen vooral voor in gematigd Europa, waar zoetwatermeren te vinden zijn. In het grootste deel van het verspreidingsgebied (en vooral in Finland, Litouwen en de Oekraïene) nemen de aantallen toe.
Beken en meren, moeras, oevers, plassen, vennen.
Voedselrijke zoete wateren met een ondiepe randzone en drijvende planten vormen een ideale biotoop voor futen. Het drijvende nest wordt gemaakt van waterplanten. Futen duiken vooral naar vis maar vullen dit menu aan met waterinsecten als kokerjuffers. Ook steeds vaker vinden futen nestgelegenheid in vijvers, sloten en kanalen in dorpen en steden, waar ze soms eerder tot broeden komen dan in het buitengebied.
In het voorjaar vertonen futen prachtige baltsrituelen, neem eens de tijd om zo'n balst goed te bekijken. Futen zijn uitstekende duikers en kunnen soms enige minuten onderwater blijven. Een goede manier om vijanden af te schudden.
Continentaal Europa
Een deel van de Nederlandse futen trekt in de winter weg naar gebieden in Frankrijk en Zwitserland. Het leeuwendeel van de futen blijft echter de hele winter hier. Met name het IJsselmeer, de Grevelingen en op zee voor de kust overwinteren veel futen. Locaties waar door industrieële activiteiten verwarmd koelwater wordt geloosd bevriezen niet en hier kunnen soms vele futen - en andere watervogels - bij elkaar worden aangetroffen.
De fuut is in de tweede helft van de 20e eeuw sterk in aantal toegenomen. Dit komt waarschijnlijk door eutrofiëring van het oppervlakte water, verbetering van de waterkwalititeit gewenning aan recreatie en aanpassing aan het leven in het stedelijk gebied.
Het aantal futen neemt in het grootste deel van het verspreidingsgebied toe. Dit is nu eens geen goed teken; het betekent dat de voedselrijkdom van het overgrote deel van het zoete oppervlaktewater toeneemt, als gevolg van meststoffen die in het ecosysteem terecht komen. Voedselrijke wateren zijn door de bank genomen minder biodivers dan voedselarmere wateren, gletsjerrivieren uitgezonderd.
Jaarvogel. Vrij talrijke broedvogel; doortrekker en wintervogel in vrij groot aantal.
Great Crested Grebe , Podiceps cristatus
Podicipediformes
Futen (Podicipedidae)
Maart - Juni
3-4
1 legsel som 2
De snavel is relatief lang, dun recht en bleek van kleur.
Zwartachtige grote poten, met gelobde tenen.
Grote oorpluimen en 'bakkebaarden' tijdens het zomerkleed. In de vlucht zijn de witte vleugelstrepen duikelijk zichtbaar. De donkere poten steken uit.
Vis, maar ook waterinsecten en kokerjuffers.
© Copyright 2022 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com