Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
Wintertalingen zijn kleine eenden. Ze leven vooral in open gebieden, met een moerassig karakter. Met de kop onder water zwemmen ze rond om kleine waterdieren en plantaardig materiaal te verzamelen. In de winter verblijven wintertalingen in soms zeer grote groepen in ons land. Als broedvogel gaat het de soort niet voor de wind; de aantallen namen de laatste decennia steeds verder af ten gevolge van verdroging en veranderingen in de leefgebieden.
De wintertaling is in het holarctisch gebied een algemene broedvogel. Vooral het merenland Finland herbergt enorme aantallen wintertalingen, gevolgd door Zweden en Noorwegen. Over de aantallen in Rusland bestaat onduidelijkheid, maar zeker is dat de soort er in groten getale voorkomt.
Beken en meren, hoogveen, moeras, oevers, plassen.
Waterrijke gebieden met een welige begroeiing van de oevers vormen het leefgebied van de wintertaling, maar alleen op de voorwaarde dat het er rustig is. Watersport en recreatie in 'wintertalinggebied' hebben onherroepelijk hun weerslag op de soort.
Vaak in (grote) groepen te vinden. Vliegt met snelle vleugelslagen en is erg wendbaar waardoor de vlucht iets van een steltloper weg heeft.
Wintertalingen trekken weg uit de Scandinavische en Russische broedgebieden in zuidwestelijke richting.
West-Europa, inclusief de Britse Eilanden en Ierland.
Belangrijke oorzaaken voor het afnemen van de aantallen broedende wintertalingen zijn verdroging, verzuring en vermesting. Door verdroging van natte heidegebieden neemt de betekenis als broedgebied sterk af, door vermesting en verzuring verandert de vegetatie (vergrassing van natte heiden, met name door pijpestrootje, is een groot probleem).
Het aantal wintertalingen zit in de lift - omlaag, welteverstaan. In de periode 1998 - 2000 is vastgesteld dat er zo'n 2000 tot 2.500 paren in Nederland broeden, maar dat de soort vooral sterk inlevert aan verspreidingsgebied. Ten opzichte van de jaren 1960 is de wintertaling fors achteruitgegaan.
Jaarvogel. Vrij schaarse broedvogel; doortrekker en wintervogel in (vrij) groot aantal.
Teal , Anas crecca
Anseriformes
Eenden (Anatidae)
Donker grijs, bij vrouwtjes met oranje basis.
Bruingrijs
Kleine eend waarbij vooral het mannetje opvallend is getekend met o.a. een kastanjebruin en donkergroen gekleurde kop.
Allerlei dierlijk en plantaardig materiaal. Wintertalingen zoeken grondelend hun voedsel (met kop en schouders onder water zwemmend).
© Copyright 2021 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com